Als je een woning koopt, wordt dit vastgelegd in een koopovereenkomst. Deze koopovereenkomst wordt ook wel ‘voorlopig koopcontract’ genoemd. In de koopovereenkomst staat wie eigenaar is van de woning, om welke woning het gaat, wat de koopsom is en wie de kopers zijn. Ook wordt vaak vastgelegd tot wanneer de kopers kunnen afzien van de woning als zij de financiering van de woning niet rond krijgen en dus niet het geld kunnen lenen wat zij nodig hebben voor de aankoop. Een koopovereenkomst wordt vaak door een makelaar of een notaris gemaakt.

De afspraken die de koper en de verkoper hebben gemaakt, worden door de notaris vastgelegd in een akte van levering. De notaris controleert hoe de verkopers eigenaar zijn geworden van de woning. Ook staan in de akte van levering alle bijzondere bepalingen die bij de woning horen, zoals bepalingen over een achterom. De akte van levering wordt ingeschreven in het kadaster en daarmee staan de kopers van de woning in het kadaster geregistreerd als eigenaren.

Als je geld leent bij een bank, bijvoorbeeld voor de aankoop van een woning, dan wil de bank zeker weten dat zij het geld weer terug krijgen. Dit wordt vastgelegd in een hypotheekakte. Een hypotheekakte geeft aan welk bedrag je hebt geleend.

Als je je niet houdt aan de afspraken die je met de bank hebt gemaakt, mag de bank jouw woning verkopen. Vaak wordt ook vastgelegd wanneer je toestemming moet vragen aan de bank, bijvoorbeeld als je van jouw woning een café wilt maken of als je er niet meer zelf gaat wonen en de woning wilt verhuren.